De witvis
In ’n afgelegen boerensloot
woonde een witvis, die zag rood,
doordat hij elke warme dag
niet koeltjes in het water lag,
maar lag te zonnen langs de kant.
Zijn huid werd daardoor roodverbrand,
hij leek precies een indiaan,
maar dat vond hij zichzelf wel staan
en zag niet in dat dat niet kòn:
een witvis zonnend in de zon.
Toen kwam daar eens een grote snoek
dik en deftig op bezoek.
Hij zag de roodverbrande witvis
en vroeg: "Wie legt mij uit wat dit is?
Pardon? Een witvis? Witvis? Dit?
Een witvis, dacht ik, die is wit!"
De snoek werd reuzee zenuwachtig,
dat kréég hij als hij iets niet snapte.
Het werd hem op het laatst te machtig,
zodat zijn kaken openklapten
en hij de witvis binnenhapte
en hem verslond met huid en haar,
o nee, dat haar vergeet dat maar,
verslond met vinnen, staart en huid,
waarna hij zei:
"da’s weer voorbij,
dit vraagstuk is de wereld uit."
Hans Andreus
Mooi of niet?
In ’n afgelegen boerensloot
woonde een witvis, die zag rood,
doordat hij elke warme dag
niet koeltjes in het water lag,
maar lag te zonnen langs de kant.
Zijn huid werd daardoor roodverbrand,
hij leek precies een indiaan,
maar dat vond hij zichzelf wel staan
en zag niet in dat dat niet kòn:
een witvis zonnend in de zon.
Toen kwam daar eens een grote snoek
dik en deftig op bezoek.
Hij zag de roodverbrande witvis
en vroeg: "Wie legt mij uit wat dit is?
Pardon? Een witvis? Witvis? Dit?
Een witvis, dacht ik, die is wit!"
De snoek werd reuzee zenuwachtig,
dat kréég hij als hij iets niet snapte.
Het werd hem op het laatst te machtig,
zodat zijn kaken openklapten
en hij de witvis binnenhapte
en hem verslond met huid en haar,
o nee, dat haar vergeet dat maar,
verslond met vinnen, staart en huid,
waarna hij zei:
"da’s weer voorbij,
dit vraagstuk is de wereld uit."
Hans Andreus
Mooi of niet?
Reageer