RAVON en Waterschap Vallei en Veluwe ontvingen afgelopen week de eerste meldingen van paaiende beekprikken in de Veluwse sprengen en beken. Dat is ruim anderhalve maand eerder dan in 2013. Afgelopen jaren is een steeds beter beeld ontstaan van de paaiperiode van deze zeldzame vissoort. De beekprik blijkt sterk te reageren op de watertemperatuur en die is door toedoen van de milde winter een stuk hoger dan vorig jaar rond deze tijd.
Sterven na de paai
De beekprik is een vissoort die het grootste deel van zijn leven als blinde larve in de beekbodem leeft, en zich uitsluitend laat zien in de paaitijd. Vanaf de maand augustus vindt er een metamorfose plaats van de oudste priklarven, waarbij de dieren ogen en geslachtsorganen ontwikkelen. Vanaf dat moment is het wachten op de eerste zonnige voorjaarsdagen die het water doen opwarmen. In het voorjaar staat alles in het teken van de voortplanting, die bij de beekprik slechts enkele weken duurt. Als de beekprikken klaar zijn met paaien,sterven ze.
Een bedje van steentjes
In de paaitijd maken groepjes van beekprikken in het ondiepe en snel stromende water van de Veluwse sprengen en beken een kuiltje in een grindbed. Als het kuiltje naar wens is, worden hierin de eitjes afgezet. De mannetjes zuigen zich daarbij vast op de kop van de vrouwelijke beekprikken, die zich op hun beurt vasthouden aan een kiezelsteen. Het mannetje kronkelt zijn lichaam om het vrouwtje heen en duwt hierbij de eitjes, die hij inwendig bevrucht, uit het lichaam. De eitjes landen vervolgens in het bed van steentjes, waar ze door het stromende water continu van zuurstof voorzien worden. Daarmee begint de levenscyclus van deze bijzondere vis opnieuw.
Temperatuur
De paaitijd van de beekprik begint op het moment dat het water ongeveer tien graden is. Het water in de sprengen is, doordat ze voornamelijk worden gevoed met grondwater, van een vrij constante temperatuur. Door de zonnige dagen en de gemiddeld hoge luchttemperatuur van de afgelopen weken, warmt het ondiepe water deze winter sneller op dan vorig jaar. Het voorjaar is daarmee voor de Veluwse beekprikken al begonnen. Nu maar hopen dat de temperatuur zo blijft, zodat de meest kritische weken in de levenscyclus van deze mysterieuze vis niet verstoord worden.
Werken aan herstel
In de tweede helft van de vorige eeuw is de kwaliteit van de meeste beken in Nederland sterk achteruitgegaan. Hierdoor is de beekprik in verschillende beken uitgestorven en op andere plaatsen zeldzaam geworden. Inmiddels zijn veel beken weer hersteld en worden ze op allerlei plekken natuurlijker ingericht, zodat er nieuw leefgebied voor de beekprik ontstaat. Op dit moment vinden er op de Veluwe herstelmaatregelen plaats in de Hierdense Beek, die de kwaliteit van het leefgebied voor karakteristieke beekvissoorten als beekprik en ook rivierdonderpad zullen verbeteren. Het gaat dan om maatregelen die zorgen voor meer variatie in stroming, structuren en substraten (zoals grind, blad en takken) in de beek. Gunstig voor de beekprik is ook dat de waterkwaliteit van veel Veluwse beken en sprengen prima in orde is, doordat ze gevoed worden met schoon grondwater uit het Veluwemassief.
(Bron: Stichting RAVON, Tekst: Arthur de Bruin, RAVON en Peter van Beers, Waterschap Vallei en Veluwe)
(Video: blikonderwater)