Welkom bij Visserslatijn Nederland

Nu op Visserslatijn...

App MyCatch verkrijgbaar in Google Play
Heeft u ooit wel eens een karper horen miauwen? Ik ook niet, maar het zou me niet verbazen wanneer ik daar nog eens getuige van mag zijn. U moest namelijk eens weten hoe verzot karpers...
Lees meer ...


Leden Login

De eerste keer dat u inlogt, dient u dat twee keer achter elkaar te doen

Account aanmaken

Om in te loggen op deze website, dient u een account aan te maken.

U kunt het gratis account aanmaken op ons forum.

Wachtwoord vergeten

Uw nieuwe wachtwoord wordt per email naar u verzonden.

Letop! Thans buiten gebruik!

Visserslatijn Nederland

Op karper met kattenbrokjes

Heeft u ooit wel eens een karper horen miauwen? Ik ook niet, maar het zou me niet verbazen wanneer ik daar nog eens getuige van mag zijn. U moest namelijk eens weten hoe verzot karpers op kattenbrokken kunnen zijn. Dat kan zelfs dermate enthousiaste vormen aannemen, dat u zich gaat afvragen waarom dit spul eigenlijk kattenbrok wordt genoemd.

Nu wil ik niet voorstellen om uw harige huisvriend voortaan maar op water en brood te zetten en de brokken in sloot of plas te gooien. Nee, ik wil duidelijk maken dat kattenbrokken – en dat geldt overigens ook voor bondenbrokken – een uitermate goed karperaas is.
Maar dat niet alleen, het vissen met brokken kan ook nog eens een bijzonder opwindende bezigheid zijn.

KarperVoorgeschiedenis
Nog niet zo lang geleden viste ik eigenlijk alleen maar op roofvis. Dat hield dus in dat ik een paar maanden in het jaar vrij was, vanwege de gesloten tijd. Ik ben me daarom gaan interesseren voor andere vormen van de sportvisserij. Aanvankelijk hield dat in dat zo af en toe de vliegenhengel werd gehanteerd, maar de laatste jaren vooral ook de karperstok.

Ik had een watertje leren kennen waarin naast grote ruisvoorn ook karper bleek te zwemmen. Steeds vaker werden in plaats van vliegen, maïskorrels aan het water toevertrouwd. De maïs werd vervangen door broodkorsten en zo kon het gebeuren dat ik in het voorjaar steeds vaker aan de waterkant verkeerde met een halfje witbrood en een karperhengel.
Prachtige momenten heb ik aan dat water beleefd. Sluipend op handen, knieën en voeten werden azende karpers belaagd. Voorzichtig werd een korst zo dicht mogelijk in de buurt van een gesignaleerde karper gepresenteerd. De keren dat het me lukte om de beestjes niet te verjagen en zelfs zo ver te krijgen m’n korst te nemen, resulteerden in momenten van opperste bevrediging die de beoefening van onze hobby zo onbeschrijfelijk mooi maken.

De eerste kattenbrokkarper
Ik weet niet meer van wiens hand het artikel was dat ik las over het vissen met kattenbrokken, maar ik weet wél dat ik meteen enthousiast was.
Zoals dat echter wel vaker gaat, moest ook dit idee eerst rijpen alvorens in de praktijk gebracht te worden. Op een zonnige voorjaarsdag in mei was het dan zover. Ik had een pak Brekkies gekocht en was van plan op een gedeelte van mijn viswater en waar ik nagenoeg nooit viste, wat van de inhoud ervan in het water te gooien. Dat zou ik aan het begin van de visdag doen, om vervolgens op de gebruikelijke manier met korsten in de weer te gaan.
Aan het einde van de visdag zou ik dan wel kijken of de brokken er nog zouden liggen. Dat plan viel zogezegd in duigen. Het volgende gebeurde: De stek die ik in gedachten had voor het kattenbrokexperiment, bestond uit een slootje met twee grote velden gele plomp.

Beide velden zou ik bedienen met een paar handjes brok. Ik had het eerste veld voorzien, liep naar het tweede veld, twintig meter verderop, voerde eveneens een paar handen en liep weer terug om mijn hengel op te tuigen. Toen was ik wat aan het knoeien met m’n spullen, tot ik opeens werd opgeschrikt door een smakkend geluid. Dat was toch zeker geen vis?
Ik hervatte het optuigen tot ik wederom een mogelijk nog luidere smak hoorde. Voor de zekerheid ging ik maar even kijken. Op handen en knieën sloop ik naar m’n eerste stek en wat bleek: er zat al een karper te vreten van mijn brokjes! Eerst nog voorzichtig, maar later, nadat een aantal soortgenoten was aangeschoven, steeds gulziger.

Daar lag ik in het gras te kijken naar een fascinerend schouwspel, waarvan ik nog nooit eerder getuige had mogen zijn. Ik stond een moment in dubio of ik dit vreedzame plaatje nu moest verstoren of niet. Maar ja, je bent tenslotte sportvisser en dan is het je uiteindelijk te doen om het vangen van vis. Ik kroop dus terug naar m’n hengel en vervolgde het optuigen. Dat ging niet meer zo soepel. Op zó’n moment word je bevangen door een soort faalangst die maakt dat alles wat maar verkeerd kan gaan, verkeerd gaat. Ik zal U het vervolg besparen, maar tenslotte slaagde ik erin twee karpers op de kant te krijgen. M’n eerste kattenbrokkarpers waren een feit…
Nu wilde het toeval dat ik in dezelfde tijd Piet leerde kennen.

Piet mag graag vissen en dan vooral op karper. Hij vertelde me over een water waar bij, zoals hij dat zelf uitdrukte, zichzelf elk jaar een paar keer op trakteerde. Dat water lag echter vol met watergentiaan en gele plomp en dat maakte het vissen op karper, maar vooral het vangen ervan, er niet gemakkelijker op.
Onlangs nog had bij er een knaap verspeeld, die naar eigen zeggen de twintig pond gemakkelijk haalde. Ik vertelde van mijn kattenbrok-avontuur en een plannetje was snel gesmeed.

3x is scheepsrecht…
De allereerste keer dat we op het water van Piet met kattenbrokken visten, leverde nagenoeg geen resultaat op. Alleen Piet had een drietal karpers zien azen op een van de voerstekken die we hadden aangelegd.
De eerstvolgende keer werd wederom niets gevangen maar nu hadden we tenminste kansen gekregen. Helaas misten we die paar aanbeten die we kregen. Achteraf denk ik dat we of van doen hadden met ruisvoorn van een formaat waarvan de bek te klein is om kattenbrokken naar binnen te krijgen, of dat de karpers het aas min of meer aan het besnuffelen waren. Dat laatste strookt echter weer niet met eerdere ervaringen, dus eerlijk gezegd weet ik niet waarom we in het begin zoveel meer aanbeten misten dan later. In elk geval, de derde keer dat de karpers in dit water met kattenbrokken werden geconfronteerd, resulteerde in succes. Ik kon er jammer genoeg niet bij zijn, maar Piet en een andere vismaat hadden vijf karpers weten te vangen eenzelfde aantal gemist. Ze hadden deze keer verschillende karpers behoorlijk gulzig zien vreten. De karpers op dit water hadden kennelijk enige tijd nodig gehad om aan het ongewone aas te wennen.

Later, op ander water, hebben we soortgelijke ervaringen gehad. Er is wel een mate van instant-werking, maar een korte introductie kan geen kwaad. Onder korte introductie versta ik dan een dag van tevoren voeren. Dat voeren werd eerst aan de randen van en in de openingen van de plantenbedden gedaan, maar later ook gewoon er midden in. Het maakte niet uit waar je de karper wou vangen, je kon ze toch niet voorzichtig drillen. Wanneer u de karper namelijk de gelegenheid geeft om een aantal meters van uw molen te nemen, zal ‘ie onherroepelijk de onderwaterjungle inzwemmen. Probeer ‘m er dan maar eens uit te halen, als uw lijn al niet geknapt is of de haak losgeschoten.
Ook het fenomeen haakbreuk heeft zich een enkele maal voorgedaan.

Materiaal
Die keren dat de puzzelstukjes allemaal in elkaar pasten en je werd beloond met vangst van een mooie karper, kon je zo blij zijn als een kind. Zulke momenten gaven het gevoel dat je goed bezig was. Maar wanneer je dan weer een aanbeet miste, of – nog erger – een karper verspeelde, sloeg de twijfel opnieuw toe. De gedachte dat de manier waarop je aan het vissen bent altijd wel voor verbetering vatbaar is, zal zolang ik vis wel altijd aan mij blijven knagen. Dat neemt echter niet weg dat we wel de overtuiging hebben dat onze huidige methode zo slecht nog niet is.

Natuurlijk heeft iedereen zo zijn persoonlijke voorkeur wat betreft hengel maar mijn voorkeur gaat uit naar een hengel met een beetje topactie en een lengte van 3,60 meter. Dus niet een hengel die gemakkelijk doorbuigt tot in het handvat, zo eentje die gemaakt is om met een pennetje onder de kant te vissen. Zulke hengels drillen fantastisch, maar zoals gezegd kan er in ons geval geen sprake zijn van subtiel drillen.
Gebruik een hengel afhankelijk van het formaat karper dat u op uw water kan verwachten, maar wanneer daar twintig-ponders tussen zitten is een 2½ ponds hengel niet overdreven.
Wat de lijn betreft zijn wij helemaal verknocht aan die nieuwe Dyneemalijnen. Deze lijnen worden door verschillende fabrikanten gevoerd maar pas op, er is kaf onder het koren. Het grote voordeel van een Dynameelijn boven een lijn van nylon is dat de eerstgenoemde slijtvaster is. Hij snijdt als het ware door de waterplanten heen. Nylonlijnen zullen echter veel sneller breken wanneer een karper het presteert een aantal meters de plantentroep in te zwemmen (en als ze maar groot genoeg zijn, zal dat ongetwijfeld lukken). Om die reden hang ik -behalve een haak natuurlijk -ook liever niets aan de lijn, zoals bijvoorbeeld een beetverklikkertje.
Een ander pluspint van Dyneemalijnen is dat ze bij eenzelfde trekkracht al nylon veel dunner zijn. Daardoor kunt u met Dyneemalijnen gemakkelijk en vooral verder gooien. Wat de trekkracht van de lijn aangaat, ik vis met een 20-ponds lijn en dat is op m’n 2-ponds hengel ruim voldoende.
Ook over de haak zou ik niet lichtzinnig denken. Er komt nogal wat kracht op de haak te staan, temeer omdat we met redelijk stugge hengels en korte, rekloze lijnen vissen.
Daarom gebruiken we de sterkste haken die we kunnen vinden. Qua haakgrootte moet u denken aan maat 2, of daaromtrent. Daar past ook gemakkelijk een drietal brokjes op, dat gooit makkelijker en valt meer op dan één brokje.

Aas en aasaanbieding
We vissen met katten- of hondenbrokken die op het water blijven drijven. Dat zijn dus die harde droge brokjes die u in vele soorten en maten bij de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Die droge brokjes krijgt u echter niet zomaar op de-haak, daarvoor moeten ze eerst worden geweekt.
Dan blijkt dat niet alle brokjes even geschikt zijn. De ene soort zal steviger zijn dan de andere en dus beter op de haak blijven zitten. Ik zou zeggen, probeer een aantal verschillende merken om uit te vinden welke soort in geweekte toestand het best op de haak blijft zitten. De rest kan dan gewoon als lokvoer worden gebruikt.

Omdat de door ons gebruikte haken nogal dik van draad en dus zwaar zijn, moet er een aantal brokjes op de haak worden gezet om te voorkomen dat het geheel zinkt. Daarbij moet u er op letten dat de haakpunt bedekt wordt om te voorkomen dat u overal achter blijft haken als u het aas wilt verslepen. Ook bind ik met behulp van een draadje vaak nog een droog brokje aan de haak. Zo’n verse brok ruikt net even wat sterker en blijft ook lang er ruiken dan de geweekte exemplaren en dat kan volgens mij geen kwaad.

kattenbrokkenMet een haak, beaasd met drie geweekte en een harde brok, kan ik met mijn 2½ -ponds hengel en 20-ponds Dyneemalijn, een tiental meters ver gooien. Dat is tot nog toe ver genoeg gebleken. Mocht deze afstand niet ver genoeg zijn, of blijkt dat u met alleen een beaasde haak toch niet prettig kunt gooien, dan zou u met een buldo kunnen gaan vissen.
M’n vismaten doen niet anders. Maar bedenk wel dat ik u heb gewaarschuwd voor eventuele lijnbreuk.

Hoe gaan we nu te werk? Op een water waarvan we weten dat er karper huist, gaan we opzoek naar plaatsen waar redelijk wat begroeiing is. Dat kunnen bladeren van gele plomp of waterlelie zijn, maar ook watergentiaan, kikker beet of rietvelden. Waarom nu deze plaatsen?
Ten eerste trekken begroeide plaatsen vis aan omdat ze dekking verschaffen en voedsel bieden. Ten tweede blijven de brokjes in de begroeiing op hun plaats liggen en verspreiden zich niet over het gehele water bij het geringste zuchtje wind.

Op water waar nog niet veel met brokken is gevist, zouden we het volgende kunnen doen. We maken zoveel mogelijk stekken en voeren behoorlijke hoeveelheden (zo’n tien handen brokjes per stek), waarna we de stekken beurtelings afgaan op zoek naar azende karpers. Wanneer we zo onze stekken afgaan om karpers te lokaliseren, is het niet onverstandig ons zo onopvallend mogelijk langs de kant te begeven.

Karpers zijn zeer schuwe vissen die bij het minste onraad de vinnen nemen. Vooral ook omdat we de karpers naar de oppervlakte lokken, kunnen ze ons nog gemakkelijker zien. Het op handen en knieën langs de waterkant sluipen is dan ook geen overdreven bezigheid. Overigens kan een bril met polariserende glazen, zo’n onder-water-kijk-bril, bij het spieden naar karper goed van pas komen.

Actieve tactiek
Als we dan (eindelijk) een karper op de stek krijgen, kunnen we twee dingen doen. We kunnen onze met brokken beaasde haak ergens tussen de andere brokken gooien en afwachten. We zouden ook een actievere tactiek kunnen volgen door te proberen ons brokje steeds in de buurt van de azende karper te krijgen, door geregeld opnieuw in te gooien of ons aas te verslepen.
De karper blijft niet steeds op dezelfde plaats in de voerplek vreten, maar zal hier en daar een hapje nemen. Nu kunt u natuurlijk wachten tot uw brokje aan de beurt is, maar dat kon wel eens lang gaan duren. Door het aas steeds zo voorzichtig mogelijk in de buurt van de vretende karper te krijgen, nemen uw kansen toe. Bedenk echter wel dat u voorzichtig te werk moet gaan. Mocht u de brokjes namelijk boven op de kop van een karper gooien, dan kon u wel eens een grote kolk zien met als gevolg dat alle karper van de stek verdwijnt.

Wanneer de karper op de stek min of meer gewend is aan kattenbrokken, is de volgende viswijze wellicht aan te raden. Begin de visdag met het aanleggen van slechts twee stekken, waarop een paar handjes brokken wordt gevoerd. Als de karper in de buurt is en al eerder van de brokjes geproefd heeft, zal het doorgaans niet lang duren voordat ze aan het azen slaan. U heeft dan twee stekken ter beschikking om te proberen karper te vangen. Mocht u op één van de stekken de karpers verjaagd hebben, bijvoorbeeld omdat er één is gevangen, dan kunt u het voorlopig op deze stek wel vergeten. Op de andere stek kan dan worden doorgevist.
Hoe dan ook, maak een nieuwe stek die, als het even kan, in de buurt van de andere te bevissen stek ligt. Zo kunt u de stekken steeds een stukje opschuiven, waarbij u de jongste stekken steeds in de gaten kunt houden. Wanneer u op deze manier te werk gaat in plaats van tegelijkertijd vele stekken te voorzien van brokken, voorkomt u dat op sommige stekken de karper al verzadigd is wanneer u besluit er te gaan vissen.

QR Code Business Card