Snoekbaars is een van de meest onberekenbare roofvissen. Hij reageert alleen niet alleen door het jaar heen vaak heel verschillend, maar kan dat ook van uur tot uur doen. Eén ding staat vast: ‘s-winters zijn plastic kunstvisjes meestal aantrekkelijker dan de echte visjes.

Gummivisjes
Die gummivisjes zijn tegenwoordig in de betere hengelsportzaken te kust en te keur te koop. In allerlei vormen en kleuren, zelfs met bewegende oogjes en onder verschillende namen. De bakermat van dit plastic aas ligt in Amerika, vandaar namen zoals shad, wat feitelijk de Engelse benaming is voor de vis elft, en slug, ofwel slak.
De slug kan ook aan een jighaak maar zonder loodkop aan de oppervlakte worden gevist als de snoekbaars hoog en tegen de oppervlakte jaagt. Op een gewone jigloodkop gemonteerd is het een prima winteraas.
De Amerikaanse firma Berkley brengt tegenwoordig ook in Nederland zogenaamde Hard Baits, een combinatie van een harde kunstkop met een zacht plastic lijf en staart, op de markt. Een plug-twistercombinatie dus met verwisselbare staarten en al dan niet voorzien van reuk- of smaakstoffen die bij een beet vrijkomen.

Uitdagende aasvoering
In tegenstelling tot de snoek die meer van gelijkmatig gevoerd kunstaas houdt, geeft snoekbaars voorkeur aan een ietwat opwindender en minder bedachtzaam gevist kunstaas. Al moet u dit laatste nu ook weer niet overdrijven en uw shad of slug wilde sprongen laten maken. Bij verticaal vissen aan de strakke lijn rustig een halve meter ophalen en laten terugzakken.
Te heftige bewegingen geven een onnatuurlijke aasvoering. Een snoekbaars is ook niet “gek”, om maar een menselijke term te gebruiken. In feite zijn er twee hoofdbewegingen, kleine dansende bewegingen zoals u dat doet bij het zogenaamde verticaal vissen (voornamelijk vanuit een bootje) en het langzaam slepend binnenvissen. Bij dit laatste ontstaan vaak opdwarrelende stofwolkjes van de bodem en snoekbaars is nu eenmaal zeer nieuwsgierig van aard. Belangrijk aspect ook is dat u niet in één keer binnendraait. Langzaam en nog eens langzaam en af en toe stoppen met draaien.
Uw gummivis dwarrelt dan naar de bodem en dat werkt onweerstaanbaar op glasogen. Wissel de inhaalsnelheid af en vergeet niet: U vist nooit te langzaam! Laat met een strakke lijn uw hengel gewoon even bibberen, dus zonder binnen te draaien. Op die manier “danst” uw gummivis uitnodigend voor nieuwsgierige snoekbaarzen.

Actief en persoonlijk
Over de voorkeurskleuren van plastic aasvisjes worden hele technische verhandelingen geschreven. Mijn favorieten zijn rood met gele of puur gele shads in de zomer, of zelfs zwart als het zeer helder en zonnig is.
Ook die kunstvisjes met natuurgetrouw aangebrachte kleuren en schubben doen het goed als de snoekbaars traag en wantrouwend is. Volgens mij ziet hij niet eens dat ze niet echt zijn…
In de winter hebben wat gedekte kleuren mijn voorkeur, zoals donkerblauw, violet en donkergroenachtig. Maar ik denk dat u dat gewoon per water en naar gelang het weer en de helderheid van het water in de praktijk moet uitvogelen. Dat maakt het vissen met die gummivisjes juist zo spannend. Het is niet alleen een actieve visserij, maar u moet zelf ook het een en ander uitvinden. Voor succes is naar mijn mening de juiste aasvoering op het juiste moment belangrijker, juist omdat u nooit zeker bent van het gedrag van de snoekbaars op uw visdag!
Vis de stek helemaal af, door over de vermoedelijke standplaats van de snoekbaars heen te werpen en dan langzaam binnenvissen. Bedenk dat gummivisjes een eigen actie hebben en die komt bij langzaam vissen het beste tot uiting. Gebruik daarom ook geen molen met een grote versnelling, hoogstens 4,5:1, dan vist u veel gecontroleerder.

In de winter
Als de watertemperaturen flink zakken, dan zakt ook de snoekbaars naar de diepere delen. Alles wordt traag. De scholen voorntjes zwemmen niet meer kriskras door het water, dus ook onze visjes van zacht plastic moeten niet te beweeglijk zijn. Niet alleen langzaam het aas presenteren, maar de staart van het kunstvisje moet niet teveel zwabberen. Gebruik nu de stijvere soorten, zoals slugs die geen staart hebben, of shads met een korte staart.
Belangrijk is ook dat u op de enkele haak van de jigkop wel aanbeten voelt, maar veel missers krijgt. Dat komt omdat de snoekbaars ’s winters een trage staartpakker is.
Monteer dan ook een “anus”- of staartdregje dat met een lijntje aan een fleurnaald door de kunstvis wordt gevoerd. Het lijntje knoopt u vervolgens aan het oogje van de jigkop, een loodkop met ingegoten haak waarop twisters en gummivisjes worden gestoken. U kunt dat lijntje ook met een lusje gewoon om de loodkop heen- en vasttrekken.

Die jigkoppen zijn er in verschillende gewichten en uitvoeringen. Het gewicht is afhankelijk van stroming en de diepte, maar houdt hem zo licht mogelijk.
Meest gekochte zijn nog altijd de ronde loodkoppen. In veel gevallen echter zijn jigkoppen die niet om-vallen als ze de bodem bereiken, veel beter. Door dat gewoonweg omvallen haakt uw blad, takken en rotzooi.
Met een jigkop die door zijvormgeving rechtop blijft staan, zit u dus minder vast omdat uw plastic aasvis omhoog en van de bodem af blijft. Ook in stromend water geeft dat een veel natuurlijker aasaanbieding. Deze jigkoppen heten Stand-Up-kop. Sommige modellen en hebben twee oogjes, één voor de hoofdlijn en één voor bijvoorbeeld een spinnerblaadje. En let nu op: de snoekbaars kan veel beter bij uw kunstvis. En dat is vooral bij de trage wintersnoekbaars een voordeel.

Tot slot
Twisters, shads, slugs of hoe ze ook allemaal heten; al deze zacht plastic kunstaasjes betekenen voor de snoekbaars gevaar. Zorg dat u op elke snoekbaarsdag een aantal van die eigenaardig zachte verleiders in uw visdoos heeft. Koop in ieder geval een doos van goede kwaliteit en waarvan er geen dertien in een dozijn zitten. Neem een betere en wat duurdere doos die absoluut bestand is tegen de weekmakers die in twisters en gummivisjes worden verwerkt. Als uw doos niet “wormproof” is, gaat ie er geheid aan…. !